|
Beschrijving Bruggenhoofd Gent.
De bouw van Bruggenhoofd Gent als onderdeel van de Belgische fortificatiepolitiek.
De Bouw van Bruggenhoofd Gent is maar een klein onderdeel van de ganse fortificatiepolitiek die plaats had over het ganse Belgische grondgebied. U krijgt hier een chronologisch overzicht hoe deze fortificatie verliep voor Belgie vanaf eind jaren '20 tot de hel losbarstte in mei 1940.
Detailbeschrijving van de Artillerie-eenheden van het Belgisch leger voor mei 1940.
|
De Basis Artillerie-eenheden toegevoegd aan elk van de basisinfanteriedivisies (1e tot 12e Infanteriedivisie)
Opgebouwd uit actieve en 1e Reserve Artillerieregimenten.
Van toepassing op
- 1e tot 12e Artillerieregiment (Actieve Regimenten en 1e Reserve)
|
|
1e Groep |
1e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
2e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
3e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
|
|
2e Groep |
4e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
5e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
6e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
|
|
3e Groep |
7e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
8e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
9e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
|
|
4e Groep |
10e Batterij 4 x 105 mm Veldgeschut |
|
|
11e Batterij 4 x 105 mm Veldgeschut |
|
|
12e Batterij 4 x 105 mm Veldgeschut |
|
|
|
De 2 Artillerieregimenten horende bij de Cavaleriedivisies waren volledig gemotoriseerd..
Van toepassing op:
- 17e en 18e Artillerieregiment
|
|
1e Groep |
1e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
2e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
3e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
|
|
2e Groep |
4e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
5e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
6e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
|
De 6 Artillerieregimenten van 2e Reserve.
Deze werden toegevoegd aan de 6 bijkomende Reservedivisies (13e tot 18e Infanteriedivisie).
Van toepassing op:
- 21e tot 26e Artillerieregiment
|
|
1e Groep |
1e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
2e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
3e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
|
|
2e Groep |
4e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
5e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
6e Batterij 4 x 75 mm Veldgeschut |
|
|
|
Artillerieregimenten met zwaarder geschut, toegevoegd aan de verschillende 7 Legerkorpsen:
- 13e tot 16e Artillerieregiment (Actieve Regimenten)
- 19e en 20e Artillerieregiment (Actieve Regimenten)
- Groep Artillerie van het 7e Legerkorps
Deze artillerie-eenheden waren niet specifiek toegewezen aan een bepaalde Infanteriedivisie zoals de 1e tot 12e Artillerieregiment. Ze werden als surplus toegevoegd aan de specifieke Legerkorpsen waardoor ze intern in dit Legerkorps nog konden verschoven waar ze nodig waren. Ze zijn ook niet eenduidig te beschrijven daar hun opbouw allen zeker niet identiek was. Ook het aantal verschillende groepen en bijhorende Batterijen kon verschillen. Het wapentuig waar ze over beschikten varieerde van 75 mm - 105 mm - 120 mm - 155 mm en zelfs hier en daar oude zware 6 ponder kanonnen.
Legerartillerieregimenten.
- 1e tot 6e Regiment Legerartillerie
Dit waren in het algemeen zware artillerie-eenheden die dienden om steun te bieden uit de achterlijn voor beschietingen van op grotere afstand. Ook deze Legerartillerie werd toegevoegd aan de verschillende Legerkorpsen.
Ook hier zijn de verschillende Legerartillerieregimenten sterk uiteenlopend van opbouw, afhankelijk van de soort artillerie dat men ter beschikking had.
Het 5e Regiment Legerartillerie bevatte onder andere nog een aantal zware stukken spoorwegartillerie.
|
Algemene beschrijving van de Artillerie-eenheden.
Het grootste gedeelte van de Zware Artillerie was bij de aanvang van de oorlog sterk verouderd maar wel goed onderhouden. Het bestond grotendeels uit geschut dat nog stamde uit de Eerste Wereldoorlog. Dit waren dan hoofdzakelijk oude Franse, Britse en zelfs enkele Duitse kanonnen. Zo waren er in totaal een twintigtal verschillende types van courante artilleriestukken van allerhande kalibers van vuurmonden. De enige recentere artilleriestukken waren de 105mm obussen en de getrokken kanonnen van 120mm, beiden Belgische makelij.
Hieronder een overzicht van de gebruikte artillerie.
- Het Belgische kanon 75mm TR uit 1905
Dit was het basis-artilleriestuk nog gebruikt bij de standaard Belgische Artillerie-eenheden. Gezien dit wapen ook opstelbaar was in een 3 tal bunkers aan TPG vindt u op deze link meer details over dit wapen.
|
 |
Een dergelijk 75 mm-kanon zoals te zien in het legermuseum te Brussel
- Het Franse kanon 75mm Schneider Canet M1906
Ook dit minder courant nog in gebruik zijnd stuk 75 mm geschut was allicht nog opstelbaar in dezelfde bunkers aan TPG. Daarom ook op deze link meer details over dit wapen.
|
 |
Een dergelijk kanon zoals te zien in het legermuseum te Brussel
- De Franse veldhouwitser 105 mm Court M1910
Een typisch wapen om stellingen met kromvuur onder vuur te nemen was deze 105 mm Houwitser van Franse makelijk. Het was een ontwerp ontwikkeld in samenwerking tussen de Duitse firma Krupp en de Franse Schneider.
Dit type kanon had een vuurbereik tot 7.500 meter. Elke granaat woog 16 kg. Afhankelijk van de geoefendheid van de artilleristen, kon men met dit kanon een kadans aanhouden tot 8 schoten per minuut.
De kanonnen waren vanaf 1910 tot 1945 in gebruik bij het Belgische leger.
De bovenste foto is opnieuw een tentoongesteld model uit het legermuseum te Brussel. Heel herkenbaar aan dit type kanon is dat de geleider onder de loop minimum even ver en soms iets verder vooruitsteekt dan de loop zelf op oude foto's. Daaronder zie je militaire manoevers met dergelijk geschut (Foto Collectie Brasschaet Polygone). 3e rij links is een dergelijk kanon ergens te velde (foto: Replica), 3e rij rechts (Collectie Legermuseum Brussel) |
 |
 |
 |
 |
- Het Franse kanon 120 mm M1878
Bij gebrek aan zwaar geschut ging men noodgedwongen (zeer) oude fortenartillerie van 120 mm opnieuw gaan gebruiken als zware veldartillerie. Het betroffen oude maar goed onderhouden kanonnen type Filloux - de Bange.
Dit type kanon had een vuurbereik tot 12.500 meter. Elke granaat woog 20 kg. Afhankelijk van de geoefendheid van de artilleristen, kon men met dit kanon een kadans aanhouden tot 1 schot per minuut.
De kanonnen waren officieel in gebruik sinds 1882 tot 1930. Toch zal men ze, ondanks dat ze al buiten dienst zouden moeten geweest zijn, hier en daar wel nog terugvinden op oude foto's. Meestal in de vorm van hier en daar achtergelaten zware artillerie.
(De bovenste foto is opnieuw een tentoongesteld model uit het legermuseum te Brussel. Heel herkenbaar aan dit type kanon is de lange loop. Op foto's zijn ze vaak ook goed herkenbaar aan de opvallend dikker uitgevoerde kulas van het kanon. Onderaan rechts een foto van achtergelaten geschut langs onze wegen. Het betreft duidelijk dit type van kanon ondanks dat het reeds officieel buiten gebruik was - Oudere foto's: Replica) |
 |
 |
 |
.jpg) |
 |
 |
- De Franse veldhouwitser 150 mm Court M1912
België kocht in elk geval in 1914 12 stuks van dit type geschut bij de Franse leverancier Schneider. De kanonnen waren origineel bedoeld voor Roemenië maar werden door hoogdringende redenen aan België geleverd.
Dit type kanon had een vuurbereik tot 7.800 meter. Elke granaat woog 40 kg. Afhankelijk van de geoefendheid van de artilleristen, kon men met dit kanon een kadans aanhouden tot 2 schoten per minuut.
De kanonnen waren officieel in gebruik sinds 1914 tot 1940. Het is echter niet evident er foto's uit mei 1940 van terug te vinden ondanks dat ze wel tot dan gebruikt zouden zijn. er waren er natuurlijk ook maar 12 beschikbaar in 1914. Allicht zullen ze ook niet alle 12 meer in dienst geweest zijn.
De bovenste foto is opnieuw een tentoongesteld model uit het legermuseum te Brussel. Dit type kanon is in feite vrij gelijkend op het eerder vermelde 105 mm geschut. Het is vrij kort van loop en de loopgeleider is ongeveer even lang dan de loop. Wel heel herkenbaar aan dit type kanon is de granaatgeleider achteraan de kulas om de granaat gemakkelijk te kunnen inbrengen. Ook is de beschermplaat vooraan goed herkenbaar omdat deze onderaan een boogvorm heeft die het uitzicht heeft van wielkassen over de ganse breedte van het kanon - Oudere foto's: Replica) |
 |
 |
 |
 |
- De Belgische Houwitser 149 mm Lang M1909
Bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog beschikte België over 12 stuks veldhouwitsers 149 mm, geproduceerd in 1911 door Krupp - Fonderie Royal des Canons (Cockerill Sambre). Dit waren zeer goede kanonnen die in de Antwerpse fortificatie werden gebruikt voor bescherming van de Schelde. Zij werden echter in 1914 samen met hun volledige munitievoorraad opgeladen op karren (amper 1000 granaten) naar het front aan de IJzer verhuisd.
Dit type kanon had een vuurbereik tot 8.000 meter. Elke granaat woog 41 kg. Afhankelijk van de geoefendheid van de artilleristen, kon men met dit kanon een kadans aanhouden tot 3 schoten per minuut.
De kanonnen waren officieel in gebruik sinds 1911 tot 1918. Toch vindt men in mei 1940 nog foto's terug waar wel degelijk dit type kanon verplaatst naar het front (hopelijk ook nog inclusief enige munitie).
De bovenste foto is opnieuw een tentoongesteld model uit het legermuseum te Brussel. Daaronder ziet men eenzelfde type kanon verdekt opgesteld achter een haag en struikgewas. Onderaan links ziet men het opstellen van dergelijk type geschut. Rechtsonder toont eenzelfde type geschut achter een artillerietrekker ten tijde van mei 1940. Dit duidt er toch op dat men zelfs die types van geschut op dat moment nog van stal heeft gehaald terwijl dit zelfs al officieel buiten gebruik gesteld was. (Foto's rij 2 en 3: Replica) |
 |
 |
 |
 |
- De Franse Houwitser 155 mm Court M1917
Bij gebrek aan zware kalibers produceren de Franse artilleriefabrikanten sinds 1917 onder andere dit type 155 mm houwitser. Dit kanontype werd geproduceerd in de Schneiderfabrieken in Le Creusot.
Dit type kanon had een vuurbereik tot 11.200 meter. Elke granaat woog 43 kg. Afhankelijk van de geoefendheid van de artilleristen, kon men met dit kanon een kadans aanhouden tot 4 schoten per minuut.
De kanonnen waren officieel in gebruik sinds 1917 tot 1940. Het zware artilleriestuk bleef alvast tot mei 1940 in gebruik bij het 13e, 14e, 15e en 16e Artillerieregiment.
De bovenste foto is opnieuw een tentoongesteld model uit het legermuseum te Brussel. Als u artilleriestukken door elkaar ziet op foto's zult u dienen vast te stellen dat dit kanon deels gelijkenissen vertoond met de Franse 150 mm en het 220 mm geschut. De frontplaten van de Franse 150 en 155 mm zijn identiek. Wel kan men eenvoudig de 155 mm onderscheiden van de 150 mm omdat de 155 mm een ronde bredere rand heeft aan de loop van het kanon vooraan. Bij de sterk gelijkende 220 mm is de frontplaat plat en niet gebogen. Ook is de uitsparing van de frontplaat ter hoogte van de loop bij de 220 mm uitgewerkt als een gotische boog. (Foto rij 2: Collectie Nels) - De foto rechtsonder toont achtergelaten Belgische artillerie ten velde anno mei 1940. Mogelijks zijn deze stukken totaal zonder munitie komen te zitten. (Foto's rij 3: Replica). |
 |
 |
 |
 |
- De Franse Houwitser 155 mm Longue M1890
Bij gebrek aan zware kalibers dienden de Fransen zoals hierboven reeds beschreven oudere types van artillerie opnieuw in gebruik te stellen. Zo stelden zij onder andere tijdens WO I opnieuw hun nog beschikbare Houwitsers 155 mm Longue Bacque - De Bange, een model uit 1890, opnieuw in gebruik tot er vervanging zou zijn.
Dit type kanon had een vuurbereik tot 6.300 meter. Elke granaat woog 41 kg. Afhankelijk van de geoefendheid van de artilleristen, kon men met dit kanon een kadans aanhouden van 2 tot 3 schoten per minuut.
De kanonnen waren officieel in gebruik sinds 1890 tot 1918. Ook hier kan men opnieuw nog oude foto's uit mei 1940 terugvinden waar dit geschut dus toch opnieuw nog gebruikt blijkt te zijn.
(Dit type kanon staat in elk geval niet meer tentoongesteld in Brussel. Er zijn echter voldoende oude foto's van te vinden. De onderste foto geeft een mooi beeld van hoe de Belgische militaire situatie er tijdens de 18-daagse veldtocht steeds maar hopelozer begon uit te zien. Her en der vond men achtergelaten geschut terug. In de meeste gevallen achtergelaten wegens totaal gebrek aan munitie maar in dit geval blijkt zelfs die redenering niet op te gaan. Mogelijks is men misschien in de knoei gekomen door verkeerde kalibers van munitie aan te leveren, zeker wetende dat dit een soort geschut is dat eigenlijk al buiten dienst was gesteld. Het betreft in in elk geval een kanon 155 mm Longue met de camouflagenetten er nog over. (Collectie Peter Taghon - andere oude foto's: Replica)
|
 |
 |
 |
 |
 |
- Britse 6" geschut - 152.4 mm geschut.
Van dit type geschut vind ik op het moment geen enkele technische uitleg terug. Wel betreft het oud geschut uit WO I dat is gerecupereerd bij de opruiming van het WO I fronten. Ook is er verwarring in bestaande omschrijvingen die dit type van geschut de ene keer beschrijven als 6" (Duims) geschut en de andere keer als 6 Ponders. Dit laatste slaat dan op het gewicht van de afgeschoten granaten.
In elk geval zouden er nog kanonnen van dit type beschikbaar moeten geweest zijn ten tijde van de meidagen '40 gezien er opnieuw een foto kan toegevoegd worden van een achtergelaten artilleriestuk.
Voorlopig ontbreken mij de details over hoeveelheden van dergelijke types geschut die nog beschikbaar waren, idem voor de bijhorende munitie.
Hieronder enkele foto's van gerecupereerde 6" geschut. (Foto's Collectie Cote D'Or) - Daaronder opnieuw een achtergelaten artilleriestuk tijdens de meidagen 40. (Foto: Replica). Dit type zwaar geschut is vrij eenvoudig te onderscheiden van de andere zware types geschut aan de typische wielen met de ronde gaten. |
 |
 |
 |
- Franse Houwitsers 220mm Court M1916
Ook van dit wapen vindt men geen versie meer terug in het legermuseum in Brussel.
Wel is het wapen zeker nog in gebruik geweest ten tijde van mei 1940. Dergelijke zware kalibers zaten allen ingedeeld bij de regimenten Legerartillerie. In het algemeen zijn ze goed gelijkend op de Franse 150 en 155 mm maar de vlakke frontplaat is altijd goed herkenbaar in combinatie met de dikke banden.
(Alle foto's: Replica) |
Stukken zware spoorwegartillerie (allen deeluitmakend van 5e Reg Legerartillerie) |
- Daarnaast beschikte het Belgische leger nog over 12 stuks zwaar spoorweggeschut, allen gerecupereerd op de Duitse bezetter tijdens WO I.
- Dit omvatte 6 kanonnen 170m. (Alle foto's: Replica)
|
|
 |
- 5 kanonnen 280 mm (Alle foto's: Replica)
Toen Belgie kapituleerde op 28 mei 1940, viel bij de Duitse bezetter opnieuw hun oog op het nog aanwezige spoorweggeschut. Dit werd opnieuw gerecupereerd en ontmanteld. Zo kwam het uiteindelijk weer in de handen van zijn originele bezitters. De onderste foto toont de ontmanteling door de Duitse bezetter van een 280mm spoorwegkanon in 1941 |
|
 |
- 1 kanon 304 mm waarbij ons leger slechts de beschikking had over 124 bruikbare obussen. (Foto's: Replica)
|
- Hieronder nog enkele foto's van 380 mm spoorwegkanonnen. Deze waren wel totaal niet meer in gebruik binnen het Belgisch leger tegen mei 1940. Na WO I recupereerde ons land trouwens officieel nog één van de negen exclusieve zware 380mm spoorwegkanonnen op de toenmalige Duitse bezetter. Het zware artilleriestuk werd door de terugtrekkende Duitsers in der haast achtergelaten in de buurt van een Brussels station. (Foto's: Replica)
|
 |
In 1920 werd dit zware kaliber door het Belgische leger aan Frankrijk verkocht. Daar bleef het tot het in juni 1940 opnieuw onbeschadigd in de handen kwam van de toen terugkerende Duitse bezetter. (Foto links: Replica): het gerecupereerde kanon |
|
Artillerietrekkers. Daarnaast was het leger ook vrij zwak uitgerust voor het verplaatsen van dit zwaar geschut. Zo waren er in het land te weinig paarden beschikbaar om alles vlot te kunnen verzetten bij middel van dollies. Er waren een beperkt aantal gemotoriseerde tractoren. (Foto rechts en onder - beiden Replica). Tijdens de veldtocht zou erchter ook blijken dat er toen de nood het hoogst was, ook gebrek aan brandstof te betreuren viel.
|
|
 |
|
|
Defilé van Utilitie B-tractors met hun FRC 4.7cm kanonnen - Foto MRA KML . Bovenaan rechts foto zelfde type trekker - Foto Replica |
|
Lichte Vickers-Carden Lloyd T13 tractor voor het trekken van Houwitsers Bofors 75 mm - Foto M. Dion. |
|
Eenheden voor luchtdoelgeschut (DTCA = Défence Terrestre contre Aéronefs)
Een algemene opmerking bij het Belgische leger voor mei 1940, iets dat hen trouwens ook tijdens de veldtocht zwaar zou opbreken, was zeker dat men nooit van Belgische kant had verwacht zo zwaar aangepakt te worden vanuit de lucht. Daarom ook dat België eigenlijk globaal op het gebied van bescherming tegen luchtaanvallen vrij zwak uitgerust was. Opnieuw erg veel zwaar gedateerd materiaal.
In totaal beschikte het Belgische leger bij aanvang van de veldtocht over 2 Regimenten DTCA. Deze beschikten in totaal over:
- 18 Batterijen van 6 stukken 40mm luchtdoelgeschut (3 foto's bovenaan, allen Replica)
- 24 groepen van 12 stuks 75-mm luchtdoelgeschut. (4 onderste foto's, allen Replica)
|
Daarnaast waren er nog een aantal stuks rijdend luchtdoelgeschut voorzien ter bescherming van zich verplaatsende troepen. Hiervoor beschikte men over:
- 12 stuks 90 mm luchtdoelgeschut (Foto rechts : Replica)
- 8 Batterijen van 6 stuks 40 mm luchtdoelgeschut.
|
Basisinfo over de indeling van de verschillende regimenten, afkomstig van website 18daagseveldtocht.be
Bijkomende technische uitleg: Infofiches koninklijk legermuseum Brussel. |
|
|